Terug

In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? [7]

In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? [7]

 
  1. Pieter kreeg warme chocolademelk na het schaatsen.
  2. Marja bekeek zichzelf in de spiegel.
  3. Mijn vader is sterker dan die van jou.
  4. Vandaag was Evert allweer te laat.
Waar is het dikgedrukte woord fout gespeld?
A B C D