Terug

Zoek de voegwoorden [1]

Zoek de voegwoorden [1]

 
  1. De kleuter trok een gezicht, alsof hij iets heel vies at.
  2. De kleuter trok een gezicht, alsof hij iets heel vies at.
  3. De kleuter trok een gezicht, alsof hij iets heel vies at.
  4. De kleuter trok een gezicht, alsof hij iets heel vies at.

In welke zin is het dikgedrukte woord een voegwoord?

A B C D