Terug

Zoek de persoonsvorm [1]

Zoek de persoonsvorm [1]

 
  1. Mijn ouders smeren de broodjes voor het voetbalteam.
  2. Ik wil nog een broodje smeren voor de lunch.
  3. Broodjes smeren vind ik altijd erg leuk om te doen.
  4. Je moet geen boter op je broodje smeren.

 

In welke zin is smeren de persoonsvorm?

A B C D