Lees de tekst. Een theater in Utrecht heeft 1.500 zitplaatsen. De benedenzaal biedt plaats aan 1.200 personen. De bovenzaal biedt plaats aan 300 personen. Op dinsdagmiddag was 50% van alle zitplaatsen bezet. Hiervan was 2/4 deel kinderen.
2/4 deel is ook wel...?