Terug

Waar is het dikgedrukte werkwoord fout gespeld? [1]

Waar is het dikgedrukte werkwoord fout gespeld? [1]

 
  1. De worstelaar heeft zijn tegenstander gewurgd.
  2. Jan scoorde vorige week zijn honderdste goal.
  3. Anja voeldt zich niet thuis in de nieuwe flat.
  4. Piet heeft alle afleveringen al een keer gezien.
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A B C D