Terug

Welk werkwoord staat in de tegenwoordige tijd (tt)? [1]

Welk werkwoord staat in de tegenwoordige tijd (tt)? [1]

 
  1. De hond zoop uit de vijver.
  2. Hans hield niet van handbal.
  3. Joep ontmaskert de oplichter.
  4. Er doken overal eenden op.
In welke zin staat het dikgedrukte werkwoord in de tegenwoordige tijd?
A B C D