Terug

Zoek de persoonsvorm of het onderwerp [1]

Zoek de persoonsvorm of het onderwerp [1]

 
  1. De leeuwen eten een dikke biefstuk.
  2. De leeuwen eten een dikke biefstuk.
  3. De leeuwen eten een dikke biefstuk.
In welke zin is het dikgedrukte zinsdeel het onderwerp?
A B C