Terug

Van alles wat [2]

Van alles wat [2]

 
  1. Welke kinderen kunnen de moeilijke vragen oplossen?
  2. Welke kinderen kunnen de moeilijke vragen oplossen?
  3. Welke kinderen kunnen de moeilijke vragen oplossen?
  4. Welke kinderen kunnen de moeilijke vragen oplossen?
In welke zin is het dikgedrukte deel het werkwoordelijke gezegde?
A B C D