Het heelal is heel groot. Het is zelfs zo groot, dat
niemand precies weet wat de grootte is. Het heelal is de zwarte
ruimte, boven ons in de lucht. Als je naar boven kijkt als het
donker is, dan kun je op een heldere avond de maan, de sterren en
heel soms zelfs een planeet zien. Dat hoort allemaal bij het
heelal. De mensen die het heelal bestuderen noemen we
astronomen.
(A)
Niemand weet precies hoe het heelal is ontstaan. Er zijn
verschillende onderzoeken gedaan. Het...
Welke zin uit de inleiding geeft het best aan waar de rest van de tekst over gaat?