De bonenstaak in het sprookje Sjaak en de bonenstaak groeide in een nacht tot aan de hemel. In het echt kunnen planten natuurlijk niet zo hoog groeien en ook niet zo snel. Wat hebben planten echt nodig om goed te groeien? Dat lees je in deze tekst.
Licht van de zon geeft de plant energie.
(A)
Licht krijgt een plant van de zon. In de blaadjes van de plant zitten bladgroenkorrels. Deze vangen het licht op en geven de plant de groene kleur. De blaadjes van een plant groeien daarom ook naar het licht toe. Als je een plant voor het raam zet, dan kun je dit goed zien. Zou je de plant draaien, dan groeien de bladeren vanzelf weer terug naar het licht. Sommige planten hebben minder licht nodig dan anderen. Zij groeien zelfs in de schaduw.
De huidmondjes op het blad vangen de koolstof uit de lucht op.
(B)
Planten hebben ook lucht nodig. In de lucht zit koolstof. Dit kun je met je ogen niet zien. Koolstof wordt met een heel moeilijk woord ook wel koolstofdioxide genoemd. Planten halen deze stof uit de lucht. Dit doen ze ook met hun bladeren. Op de bladeren zitten kleine mondjes. Via die mondjes komt de koolstof uit de lucht binnen.
De wortels halen het water uit de grond.
(C)
Een plant heeft ook water nodig. Met de wortels haalt de plant het water uit de grond. Te veel water of te weinig water is niet goed voor een plant. De bladeren kunnen dan slap worden, geel kleuren of verdorren. De plant groeit dan niet goed.
Eigen voeding maken
Een plant maakt zijn eigen voeding. Dat doet de plant met het licht, de lucht en het water. Het licht zorgt ervoor dat de plant energie krijgt. Daarmee maakt de plant van de koolstof suiker. Deze suiker is de voeding voor de plant en kan hij groeien. Ook zorgen planten voor zuurstof. Zuurstof hebben mensen en dieren nodig om te ademen. Planten zijn dus heel belangrijk voor het leven op aarde.
